woensdag 31 oktober 2007

VN-conferentie over drugs in Kabul in teken van gezamenlijke aanpak

Woensdag is een tweedaagse conferentie gestart van de “United Nations Office on Drugs and Crime” (UNODC) in Kabul over drugsproblematiek. Het motto van de bijeenkomst luidt: “Het stoppen van dodelijke drugs uit Afghanistan”.

Op de bijeenkomst komen internationale drugsbestrijders bij elkaar die georganiseerd zijn in het “Pact van Parijs”, een initiatief dat in 2003 van start ging om maatregelen te nemen tegen de drugshandel binnen en vanuit Afghanistan.

Op de conferentie staan onder meer de grensbewaking, de smokkel van chemicaliën naar Afghanistan en de dreiging die uitgaat van de opiumsmokkel naar China hoog op de agenda, aldus een bekendmaking van de Verenigde Naties.

De UNDOC meldde eerder dit jaar dat de handelswaarde van de opiumproductie in Afghanistan 3 miljard dollar bedraagt en het land meer dan 90% van de opiumproductie in de wereld voor haar rekening neemt.

De opium wordt volgens de VN voornamelijk gemaakt in het zuiden van Afghanistan waar de opstand van de Taliban het hevigst is.

De Taliban, die volgens de VN “ooit de opiumproductie in de ban had gestopt, zou nu profiteren van de opbrengsten”.

“De oppervlakte die wordt gebruikt om opium te produceren is zo groot als er in Latijns-Amerika wordt gebruikt om cacao te verbouwen in Peru, Bolivia en Colombia bij elkaar,” zo vergelijkt de VN de situatie.

De VN meldt verder dat “geen enkel ander land op zo’n grote schaal de dodelijke narcotica heeft geproduceerd sinds China in de negentiende eeuw,” dit staat in het “Annual Opium Survey 2007” van de organisatie.

“De Afghaanse drugs zijn “overal” een belangrijke bedreiging voor de volksgezondheid, vanwege een hoger sterftecijfer aan een overdosis en de veiligheid in de Afghaanse buurlanden, omdat met de drugsopbrengsten terrorisme wordt bekostigd,” aldus UNODC-directeur Antonio Maria Costa.

Internationaal probleem
Vanwege het regionale gehalte van het probleem van de productie van opium heeft de UNODC het “Central Asia Regional Information Centre” opgezet, een samenwerkingsverband tussen de drie landen Afghanistan, Iran en Pakistan.

Costa merkte op “dat de drugs meer op gaan leveren in het smokkelverkeer vanwege de risico’s die eraan verbonden zijn.”

Sinds 2005 zouden er weer nieuwe “heroïne-routes” zijn ontstaan door Pakistan en Centraal- Azië naar India en China, zei hij.

“Als de grensbewaking niet wordt verscherpt, dan worden de buurlanden van Afghanistan getroffen door een tsunami van de meest dodelijke drugs,” zei Costa bij de opening van de conferentie.

Hij zei verder “dat als de drugs de straten bereikt van Moskou, Londen of Parijs de waarde van de Afghaanse opium 100 keer meer waard is.”

“Ondanks dat de opium wat oplevert voor Afghanistan, wordt meer dan 90% van de winst gemaakt door internationale criminele organisaties en terroristische netwerken,” zegt Costa.

Generaal Khodaidad, de Afghaanse minister van Narcoticabestrijding, vertelde volgens verslaggever Amir Shah van de Associated Press aan de groep drugsbestrijders uit de buurlanden, de Europese Unie, de Verenigde Naties en van de NAVO “dat zijn land niet in staat is om het drugsprobleem alleen op te lossen.”

De International Security Assistance Force (ISAF) zei tijdens de ontmoeting “dat ze volgend jaar een belangrijkere rol wil gaan spelen in de strijd tegen de drugs, en meer drugshandelaars wil oppakken en drugslaboratoria wil aanpakken,” aldus Shah.

Alternatieven
De internationale denktank de Senlis Counsil geeft al een hele tijd aan dat er van de Afghaanse papaveropbrengst ook pijnstillers gemaakt kunnen worden, want daar is wereldwijd een tekort aan.

Dit plan heeft eerder deze maand steun gekregen van het Europese Parlement.

De Nederlandse regering was tegen dit plan, want de Nederlandse ministers “betwijfelen of er een wereldwijd tekort is aan pijnstillers, en wilden de koers voeren van de regering van Afghanistan, die de opiumproductie uit wil bannen.”

Bovendien zou het volgens de Nederlandse regering een “slecht signaal zijn naar de Afghaanse boeren toe om over te stappen op het verbouwen van alternatieve gewassen, zoals saffraan.

In Nederland zelf zijn opium en andere soorten drugs overal verkrijgbaar.

Taliban en opium
Regelmatig wordt beweerd dat de Taliban de opium heeft “verbannen”, zoals nu ook door de VN werd gemeld.

Maar de Pakistaanse journalist Achmed Rashid schrijft in zijn boek over de Taliban dat die de productie van opium juist toestond.

Hij citeert hierbij een hoge politiefunctionaris uit Kandahar, die hem vertelde: “Als de Taliban de opiumproductie uit wil bannen, dan ontstaat er een opstand tegen de Taliban.”

“De Taliban heft 20% belasting over opium die ze vinden,” vertelde de politiechef verder.

Volgens de islamitische wet zou het verboden zijn om verdovende middelen te produceren, maar de Taliban zeiden: “Het produceren van opium is niet verboden, omdat het gebruikt wordt in westerse landen. Afghanen gebruiken geen opium.”

Het maken van hasjiesj was wel verboden door de Taliban, omdat dat wordt gebruikt door de Afghanen zelf.

De VN zegt dat 2007 een recordoogst aan opium laat zien in Afghanistan van 9.000 ton. Dit is een toename van 34% vergeleken met de 6.724 ton die in 2006 werd geproduceerd.